Aannemen versus weigeren: neen zeggen
Ik heb zondag van mijn grootmoeder een ring gekregen die zij van haar moeder had gekregen. Hij is prachtig en ik ben er ontzettend blij mee.
Toen dezelfde grootouders bijna 3 jaar geleden naar een appartement verhuisden, vroegen ze of we spullen uit hun huis konden gebruiken. Toen heb ik “neen, dankjewel” gezegd.
Ik vond dat heel lastig. Ze wilden me een plezier doen. Ze wilden de spullen die ze zelf jaren hadden bewaard en voor hen veel betekenis hadden, doorgeven aan familie. Wij hadden echter al een volledig ingericht huis. Ik kon die spullen niet gebruiken. Ze zouden ons huis vullen, zonder echt nuttig te zijn. Dus heb ik bedankt. En ik voelde me daar schuldig over.
Maar ik zeg niet altijd neen. En ik ben er zeker van dat jij net zoals ik ook al spullen hebt aangenomen die je niet durfde weigeren. En nu heb je ze en kan je het niet over je hart krijgen om ze weg te doen. Zo zorgen ze voor emotionele en fysieke rommel.
Ik ben geen psycholoog en ga hier dus niet verder uitweiden waarom het zo moeilijk is om NEEN te zeggen.
Wat ik wel kan is je tips geven om je te helpen neen te zeggen.
Tip 1: Maak afspraken met jezelf:
Kijk naar je persoonlijke situatie: wat kan jij nog gebruiken en waar heb je al te veel van.
Daar op voorhand over nadenken helpt je een snelle beslissing te nemen wanneer vrienden of familie je spullen aanbieden.
Voorbeelden van afspraken met jezelf:
* kinderkleren neem ik aan, want ze groeien er zo rap uit;
* kleren voor mij neem ik niet aan, omdat ik mijn eigen stijl wil dragen;
* speelgoed neem ik enkel aan wanneer het Lego, puzzels en auto’s betreft en in goede staat is;
* boeken neem ik niet aan, ik ga gewoon naar de bibliotheek;
* …
Tip 2: Oefen het neen zeggen:
Wanneer je voor jezelf hebt uitgemaakt wat je wel en niet kan gebruiken, moet je ook neen kunnen zeggen.
Om je te helpen heb ik enkele voorbeeldzinnen opgesteld.
” Ik weet dat je met dit speelgoed de kindjes een plezier wil doen, maar ze hebben al zo veel. Ik ben er zeker van dat je er andere kinderen veel meer plezier mee kan doen.”
” Ik weet dat je me wil helpen door me deze spulletjes te geven, maar ik heb daar momenteel geen plaats voor.”
Bovenstaande twee zinnen bevatten telkens een reden waarom je iets niet aanneemt. Dat hoeft zelfs niet, maar je voelt je daar waarschijnlijk beter bij.
Het kan ook zonder:
” Lief dat je aan me denkt. Ik kan deze spullen echter niet gebruiken.”
Het hoeft niet altijd neen te zijn. Het kan ook een ‘ja, maar’ zijn:
“Dankjewel om aan mij te denken. Ik zal uit deze doos zeker kleertjes/spullen kunnen gebruiken. Ik hoop dat het geen probleem is dat ik kleertjes die ik niet kan gebruiken op mijn beurt zal doorgeven. “
Tip 3: Vraag je eens af hoe je zelf zou reageren:
Stel dat je zelf iets wil weggeven en die persoon antwoord met ” Neen, dankje. Ik kan dat op deze moment niet gebruiken.”
Ben je dan op je tenen getrapt? Of ben je blij dat ze eerlijk zijn geweest en jij je spullen kan doorgeven aan iemand die het beter kan gebruiken?
Denk hieraan wanneer je zelf iets weigert: de gever is waarschijnlijk blij dat je eerlijk bent.
Want wie wil nu dat zijn spullen gewoon op een zolder terecht komen?
Hopelijk konden deze 3 tips je helpen om in de toekomst bewuster te kiezen wanneer je iets aanneemt of het weigert. Als je dan op een vriendelijke manier neen kan zeggen, zullen beide partijen zich daar goed bij voelen.
Veel succes ermee. Wees eerlijk met jezelf.
Liefs,